© Twan de Veer

NIEUWBOUW WOONHUIS EN KANTOOR

Rotterdam, 2002/2004

"In ons leven zijn we op zoek naar wat werkelijk waarde en betekenis heeft. Veel is franje. De essentie, de kern is ontdaan van al het overbodige en dan wil je dat op de meest eenvoudige, heldere manier vorm geven. In mijn werk als technicus/ bouwfysicus (JP) laat ik me leiden door  het  “less is more” principe; het gaat daarbij om reductie tot het optimale. Als psycholoog ( R ) zoek ik het wezenlijke, het eigene van mensen. Op die manier probeer ik me een beeld te vormen zoals in een goede schets, waar in een enkele lijn iemand helemaal is neergezet. Ook bij het ontwerpen van ons huis/bedrijf hebben we ons afgevraagd wat de meest minimale, op de essentie gerichte benadering is als het gaat om wonen. Je kunt een hol graven, een tent opzetten, een lemen hut bouwen of een iglo, allemaal sterke modellen van  eenvoud.  Maar dat willen we in deze tijd niet meer, we stellen nu andere eisen. Toch moeten ook in onze eigentijdse variant pand en omgeving een eenheid gaan vormen. De keuze om terug te gaan tot de essentie en om al het overbodige weg te laten heeft de nodige consequenties gehad. Het heeft geleid tot een eenvoudige vorm en tot materialen die zich niet anders voordoen dan ze zijn. Beton als solide basis. Glas omdat het transparant is en niets verhuld. Hout, onbewerkt, omdat het leeft. Staal (corten) omdat het zelf een huid vormt. Volgens dit concept is het huis met haar omgeving een eenheid gaan vormen. Het staal wendt zich met haar oxyde-laag steeds meer naar de natuur er omheen. En de omringende natuur, het water, het bamboe, de oude bomen, nemen het huis steeds meer in zich op. Het is een doorgaand proces waarin we wonen.

Bij het ontwerp en bij de uitvoering van bovengenoemd concept in harmonieuze samenwerking met architect J.P. Moehrlein, viel het op dat niets zomaar standaard toegepast kon worden. Elk onderdeel deed een beroep op de creativiteit en inventiviteit van alle betrokken partijen. Hierdoor is er een continue innoverende kracht ontwikkeld. Van de gevel tot de afzuigkap, alles is opnieuw uitgevonden. De vorm is een eenvoudige, aangepaste kubus met lichtstraat. Aan de gebruikte materialen is niets toegevoegd. We stellen hoge eisen aan soberheid en strakheid van vorm en aan de bouwfysische kwaliteiten van het pand. Daarom hebben we gekozen voor een grafisch belijnde, uit corten panelen opgebouwde gevelhuid met een zeer hoge isolatiewaarde, die bovendien goed kan ventileren. Dit geeft – in combinatie met een zware basis van beton- een aangenaam en stabiel woonklimaat. De corten gevelplaten zijn zeer maatvast geproduceerd en door een zorgvuldig uitgewerkte ophangmethodiek staan ze nu tot op de millimeter nauwkeurig in het gelid. Door de eenvoud van het ontwerp en de puurheid van de materialen wordt aan zeer hoge milieu eisen voldaan. Er is geen verf toegepast. Er zijn geen sandwich-materialen gebruikt. Alles is eenvoudig op z’n kern te demonteren en herbruikbaar. Het pand is onderhoudsvrij. De EPc van het pand heeft een waarde van 0,84."

Jan Piet & Ruth van der Weele